Ga naar de inhoud

Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Verordening auditcommissie RDOG Hollands Midden 2018

Publicatiedatum:
vrijdag 15 maart 2019
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
Verordeningen



Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden Verordening auditcommissie RDOG Hollands Midden 2018

Het Algemeen Bestuur van de RDOG Hollands Midden,

overwegende dat het contact tussen bestuur en accountant dient te worden versterkt

gelet op artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen

en artikel 19 van de Gemeenschappelijke regeling RDOG Hollands Midden

en gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur RDOG Hollands Midden

besluit vast te stellen de:

 

Verordening auditcommissie RDOG Hollands Midden 2018

Artikel 1 Doel

  • 1.

    Er is een auditcommissie RDOG Hollands Midden.

  • 2.

    De auditcommissie heeft ten doel het contact tussen bestuur en accountant te versterken door het Dagelijks Bestuur van de RDOG Hollands Midden te adviseren over aandachtspunten bij de start van de controle, naar aanleiding van de resultaten van de interim-controle(s) en naar aanleiding van de resultaten van de jaarrekeningcontrole, alsmede het actualiseren van de Controleverordening RDOG Hollands Midden en het bijbehorende programma van eisen voor de jaarlijkse accountantscontrole.

  • 3.

    Op basis van de agenda van het Dagelijks Bestuur adviseert de auditcommissie het Dagelijks Bestuur over relevante en/of actuele financiële onderwerpen.

  • 4.

    De auditcommissie, inclusief de adviseurs, maar exclusief de zittend accountant, fungeren als selectiecommissie voor de aanbesteding van de accountantsdiensten. Het Algemeen Bestuur besluit op grond van een advies van het Dagelijks Bestuur.

Artikel 2 Taken

  • 1.

    De auditcommissie adviseert het Dagelijks Bestuur over het programma van eisen voor de jaarlijkse accountantscontrole, zoals voorgeschreven in artikel 2, lid 2 van de Controleverordening RDOG Hollands Midden. Op grond daarvan adviseert de auditcommissie jaarlijks, voorafgaand aan de accountantscontrole, het Dagelijks Bestuur aan welke posten in de jaarrekening en/of organisatieonderdelen de accountant specifieke aandacht dient te besteden en de voor derden apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties en (afwijkende) controle-protocollen.

  • 2.

    De auditcommissie adviseert het Dagelijks Bestuur over de resultaten van de interim-controle(s) en de eventueel te nemen maatregelen.

  • 3.

    De auditcommissie adviseert het Dagelijks Bestuur over de jaarstukken en het voorstel voor resultaatbestemming.

  • 4.

    De auditcommissie adviseert het Dagelijks Bestuur over het accountantsverslag met bevindingen bij de jaarrekeningcontrole en de eventueel te nemen maatregelen.

  • 5.

    De auditcommissie bewaakt de uitvoering van afspraken, te nemen en genomen maatregelen en het opvolgen van adviezen en adviseert het Dagelijks Bestuur hierover.

  • 6.

    De auditcommissie adviseert het Dagelijks Bestuur over het beschrijvend document ‘Meervoudig onderhandse aanbesteding accountantsdiensten RDOG Hollands Midden’.

  • 7.

    De auditcommissie selecteert de te benoemen accountant op basis van de vereisten uit het beschrijvend document ‘Meervoudig onderhandse aanbesteding accountantsdiensten RDOG Hollands Midden’. De zittende accountant maakt voor deze taak geen deel uit van de auditcommissie.

  • 8.

    De auditcommissie adviseert het Dagelijks Bestuur over de geactualiseerde Controleverordening RDOG Hollands Midden.

  • 9.

    De auditcommissie beoordeelt voorafgaand aan een nieuwe collegeperiode of alle nota’s en verordeningen nog actueel zijn en deelt haar bevindingen met het Dagelijks Bestuur.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De auditcommissie bestaat uit drie leden van het Algemeen Bestuur, waarvan twee niet zijnde DB-leden en waarvan één DB-lid. Ieder lid kan zich laten vervangen door degene die als zijn plaatsvervanger door het Algemeen Bestuur is aangewezen.

  • 2.

    De algemeen directeur en de concerncontroller zijn adviseur van de auditcommissie.

  • 3.

    Daarnaast neemt de accountant op uitnodiging van de auditcommissie deel aan de auditcommissie.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de auditcommissie eindigt op het moment dat het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter, een niet DB-lid, wordt door de auditcommissie uit haar midden aangewezen.

  • 2.

    De auditcommissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van de auditcommissie. De auditcommissie geeft, met inachtneming van artikel 16, zesde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan het Algemeen Bestuur alle inlichtingen die het Algemeen Bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

Artikel 5 Vergadering

  • 1.

    De auditcommissie vergadert ten minste driemaal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter dat nodig oordeelt of wanneer twee leden, onder opgaaf van redenen, schriftelijk daarom verzoeken.

  • 2.

    De vergaderingen van de auditcommissie zijn niet openbaar.

  • 3.

    De algemeen directeur zorgt voor aantekening van het verhandelde in de vergaderingen van de auditcommissie.

Artikel 6 Bevoegdheid

  • 1.

    De auditcommissie is bevoegd tot het uitvoeren van de aan haar opgedragen taken.

  • 2.

    De auditcommissie verricht alle taken voor zover deze niet bij of krachtens verordeningen zijn opgedragen aan het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter van het openbaar lichaam of aan de voorzitter van de auditcommissie.

  • 3.

    De algemeen directeur regelt de ondersteuning van de auditcommissie.

Artikel 7 Verantwoording

  • 1.

    De auditcommissie is voor het gevoerde beleid verantwoording schuldig aan het Algemeen Bestuur.

  • 2.

    De auditcommissie geeft aan het Algemeen Bestuur ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van werkzaamheden van de auditcommissie nodig is;

  • 3.

    De auditcommissie doet aan het Algemeen Bestuur verslag van haar werkzaamheden.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 9 Beëindiging

  • 1.

    De verordening wordt gewijzigd of ingetrokken door het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur doet een in het eerste lid bedoelde voorstel niet eerder dan daarover advies is uitgebracht door de auditcommissie.

  • 3.

    De auditcommissie brengt het in het tweede lid bedoelde advies uit binnen 30 dagen nadat daarom is verzocht.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur vergezelt het in het eerste lid bedoelde voorstel van het advies van de auditcommissie.

  • 5.

    Als de auditcommissie niet binnen de in het derde lid genoemde termijn advies heeft uitgebracht, is het Dagelijks Bestuur bevoegd zijn voorstel, bedoeld in het eerste lid, zonder het advies van auditcommissie bij het Algemeen Bestuur in te dienen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur, gehouden op woensdag 28 maart 2018.

J.A. de Jager

Voorzitter

J.M.M. de Gouw

Secretaris

Ga naar het begin